Met welk doel ook, je sloot jaren geleden een lijfrenteverzekering af. Bedoeld om het opgebouwde kapitaal later te gebruiken als aanvulling op je inkomen. Dit kapitaal komt nu vrij en het is van belang om een aantal goede keuzes te maken. Want om te kunnen doen wat je echt graag wilt, moet je je geen zorgen hoeven te maken over de dingen die gewoon goed geregeld zijn. Zoals de hoogte van je inkomen. Welke mogelijkheden heb je nu het lijfrentekapitaal vrijkomt? Monshouwer Financiële Diensten neemt de te maken keuzes stapsgewijs met je door. Met het doel dat je over je geld kunt beschikken wanneer je het nodig hebt. Uiteindelijk kan je er zo zelf voor zorgen dat je lijfrente geheel aansluit op uw wensen en behoeften. De uitkerende lijfrente maakt onderdeel uit van ons adviestraject financiële planning. Keuze Nu de lijfrente binnenkort vrij komt, heb je de keuze:- nog even doorsparen, of- het geld laten uitkeren als aanvulling op je (pensioen) inkomen Lastige keuze Misschien sta je wel voor een lastige keuze, want er zijn in een aantal gevallen wel (fiscale) regels waar je aan moet voldoen. Ook zijn er de laatste jaren meer keuzemogelijkheden bijgekomen. Denk hierbij aan banksparen.Dit onderdeel van onze website geeft informatie over de verschillende mogelijkheden die je hebt met je opgebouwde kapitaal en de fiscale gevolgen van je keuze. Het helpt je bij het maken van een weloverwogen en goede keuze. Wat is een lijfrenteverzekering? Een lijfrente is een levensverzekering waarvoor je - eenmalig of periodiek- premie hebt betaald aan een verzekeringsmaatschappij. Met deze verzekering ben je verzekerd van extra inkomen op een bepaald moment. Dat kan zijn als je met pensioen gaat, maar ook als je bijvoorbeeld eerder wilt stoppen met werken. Je hebt een lijfrenteverzekering afgesloten om een kapitaal op te bouwen en als de lijfrente bijna vrijkomt, kan je kiezen wat je met het vrijgekomen geld wilt doen.
Nu de lijfrente binnenkort vrij komt, heb je de keuze:- nog even doorsparen, of- het geld laten uitkeren als aanvulling op je (pensioen) inkomen
Misschien sta je wel voor een lastige keuze, want er zijn in een aantal gevallen wel (fiscale) regels waar je aan moet voldoen. Ook zijn er de laatste jaren meer keuzemogelijkheden bijgekomen. Denk hierbij aan banksparen.Dit onderdeel van onze website geeft informatie over de verschillende mogelijkheden die je hebt met je opgebouwde kapitaal en de fiscale gevolgen van je keuze. Het helpt je bij het maken van een weloverwogen en goede keuze.
Een lijfrente is een levensverzekering waarvoor je - eenmalig of periodiek- premie hebt betaald aan een verzekeringsmaatschappij. Met deze verzekering ben je verzekerd van extra inkomen op een bepaald moment. Dat kan zijn als je met pensioen gaat, maar ook als je bijvoorbeeld eerder wilt stoppen met werken. Je hebt een lijfrenteverzekering afgesloten om een kapitaal op te bouwen en als de lijfrente bijna vrijkomt, kan je kiezen wat je met het vrijgekomen geld wilt doen.
De mogelijkheden die je met je vrijgekomen kapitaal hebt, worden voor een groot deel bepaald door :- welke fiscale regels voor je gelden- wanneer en hoe lang je de lijfrente-uitkering wilt ontvangen- of je kiest voor banksparen (een bancaire lijfrenterekening) of voor verzekeren (een lijfrenteverzekering)
De ingangsdatum van de lijfrenteverzekering en de betaalde premie zijn bepalend voor welke fiscale regels er gelden. Vanwege wijzigingen in de belastingwetgeving zijn de termen oud en nieuw regime ontstaan. Oud regime betekent dat de regels van vóór de wijziging nog gelden.
In sommige gevallen heb je meer mogelijkheden met je vrijkomende lijfrente dan in andere gevallen. Dit heeft te maken met het zogenaamde fiscaal regime. Met het oud regime heb je uitgebreidere mogelijkheden.
Het regime
Het kan zijn dat je voor 1992 een lijfrente hebt afgesloten. Je hebt dan meestal te maken met een lijfrente volgens het oud regime. In dat geval heb je meer mogelijkheden nu je geld vrijkomt. Je bent bijvoorbeeld niet verplicht om je kapitaal om te zetten in een lijfrente.Met een lijfrente afgesloten in het oud regime heb je de volgende uitgebreidere mogelijkheden :1. vrijheid bij een keuze voor een tijdelijke lijfrente2. vrijheid bij een keuze voor levenslange aanvulling op pensioen of AOW3. geen beperkingen bij het kiezen van de begunstigde4. meer mogelijkheden bij overbrugging naar pensioen of AOW5. geen leeftijdsbeperking bij het uitstellen van de uitkering6. ineens laten uitkeren7. schenken aan (klein)kinderen
1. VRIJHEID BIJ EEN KEUZE VOOR EEN TIJDELIJKE LIJFRENTEIn het oud regime zijn de mogelijkheden voor de periode waarvoor je een tijdelijke lijfrente afsluit breder. Je kunt de uitkering bijvoorbeeld voor je 65e jaar in laten gaan. Later kan ook. De verzekering moet in ieder geval ingaan voor, of in het jaar waarin je 75 wordt. Bij het bepalen van de minimale duur van de uitkeringsfase geldt de zogenaamde 1% sterftekans. Wanneer je tussentijds overlijdt, dan ontvangen de door jou aangewezen begunstigden de met de verzekeraar afgesproken uitkeringen. De looptijd van een tijdelijke lijfrente bepaal je eenmalig en kan je tussentijds niet meer aanpassen.
2. VRIJHEID BIJ EEN KEUZE VOOR LEVENSLANGE AANVULLING OP PENSIOEN OF AOWJe kunt ook kiezen voor een levenslange uitkering op je pensioen of AOW. Deze verzekering keert maandelijks een bedrag uit, tot je overlijdensdatum (of wanneer de verzekering op twee levens is afgesloten tot het moment dat de langstlevende overlijdt). Je kunt deze verzekering afsluiten tot het jaar waarin je 75 wordt. De uitkering van een levenslange lijfrente is lager dan een tijdelijke lijfrente. Maar je bent hiermee wel verzekerd van levenslang periodiek extra inkomen. Je periodieke uitkeringen ziet de Belastingdienst als inkomen en worden in box 1 van de inkomstenbelasting belast.Is je inkomen in de toekomst laag? Bijvoorbeeld omdat je met pensioen gaat of tijdelijk minder werkt? Dan is de kans groot dat je lijfrente in een lagere belastingschaal valt, dan wanneer je deze ineens had laten uitkeren. In dat geval hou je met een lijfrenteverzekering netto meer over.
3. GEEN BEPERKINGEN BIJ HET KIEZEN VAN EEN BEGUNSTIGDEEr zijn geen beperkingen voor wie je opgeeft als begunstigde.
4. MEER MOGELIJKHEDEN BIJ OVERBRUGGING NAAR PENSIOEN OF AOWJe vrijgekomen geldbedrag biedt je de mogelijkheid om eerder te stoppen met werken. Met de lijfrente kan je zorgen voor (aanvullend) inkomen in de periode tot aan je pensioen of AOW.5. GEEN LEEFTIJDSGRENZEN BIJ HET UITSTELLEN VAN DE UITKERINGWil je je vrijgekomen geldbedrag nog verder door laten groeien? In tegenstelling tot het nieuw regime heb je met een polis die onder het oud regime valt niet de leeftijdsbeperking van 70 jaar.
6. INEENS UIT LATEN KERENWil je je geldbedrag in één keer uit laten keren? Met het oud regime kan dat. De uitkering is belast in box 1 van de inkomstenbelasting. In combinatie met het andere inkomen in box 1 kan dan sprake zijn van hogere belastingtarieven.
7. SCHENKEN AAN (KLEIN)KINDERENHeb je het opgebouwde lijfrentekapitaal niet zelf nodig? Dan kan je de periodieke lijfrente-uitkering, of (een deel van) je kapitaal schenken aan je (klein)kinderen.Bij schenking van een lijfrente-uitkering koop je een direct ingaande lijfrente waarvan je meerderjarige (klein)kinderen de periodieke uitkering ontvangen. Je behoudt wel de zeggenschap. Ook kan je eventueel later de lijfrente-uitkering weer aan jezelf of iemand anders geven. Bij schenking van een periodieke lijfrente-uitkering wordt geen schenkbelasting geheven. Je (klein)kinderen betalen bij schenking inkomstenbelasting over de ontvangen lijfrente-uitkeringen. Dit kan minder zijn dan jij zou moeten betalen, als voor hen een lager tarief in de inkomstenbelasting geldt. Voor elk van je (klein)kinderen geldt een eigen heffing.Schenk je het kapitaal in het geheel aan je (klein)kinderen, dan heb je hierover geen zeggenschap meer. Bij schenking van kapitaal aan je (klein)kinderen betalen je (klein)kinderen schenkbelasting over 70% van het bedrag. Eventueel kunnen je (klein)kinderen gebruikmaken van de jaarlijkse of eenmalige hoge schenkingsvrijstelling.
Kan je zelf bepalen wat je doet met je vrijkomende lijfrente ?Nee, als een lijfrente vrijkomt ben je volgens de belastingwetgeving in principe verplicht om dit geld te gebruiken voor een nieuwe lijfrente. Met deze nieuwe lijfrente kan je je vrijkomende lijfrente uit laten keren of de uitkering hiervan uitstellen.Wanneer moet je een keuze maken ?Dit moet je uiterlijk doen op 31 december van het jaar na het jaar waarin je verzekering afloopt. Het is echt belangrijk dat je op tijd je keuze doorgeeft. Anders heeft dit grote nadelige gevolgen voor je. Bekijk goed wat bij je situatie past: uitkeren via een rekening (banksparen) of een verzekering. Ook kan je in veel gevallen ervoor kiezen om je lijfrente nog even verder door te laten groeien. Dat kan via een rekening of verzekering.Je hebt drie mogelijkheden :1. uitkeren via een rekening (banksparen, bancaire lijfrenterekening)2. uitkeren via een verzekering (lijfrenteverzekering)3. uitstellen van de uitkering
1. UITKEREN VIA EEN REKENING (banksparen/bancaire lijfrenterekening)Je pensioen is in zicht en je wilt gaan genieten van je vrijkomende lijfrente. Sinds 1 januari 2008 heb je de mogelijkheid om je vrijkomende lijfrente te laten uitkeren via een rekening. Dit wordt banksparen of bancaire lijfrente genoemd. Je ontvangt tijdens een door jezelf bepaalde periode een gegarandeerde maandelijkse uitkering. De uitkeringsperiode is minimaal 5 jaar als de uitkeringen per jaar niet meer zijn dan een wettelijk bedrag per jaar (2023: € 24.168,-). Ontvang je meer dan het wettelijk bedrag, dan is de uitkeringsperiode minimaal 20 jaar. De periodieke uitkeringen worden beschouwd als inkomen en worden in box 1 van de inkomstenbelasting belast.De uitkeringen kunnen ingaan in de periode van het jaar waarin je de (verhoogde) AOW-leeftijd bereikt tot 5 jaar na de (verhoogde) AOW-leeftijd. Kies je ervoor om je uitkeringen eerder te laten ingaan? Dan moeten de uitkeringen in ieder geval doorlopen tot en met het 20e jaar na het bereiken van de (verhoogde) AOW-leeftijd.Wanneer de einddatum bereikt is, stopt de uitkering. Wanneer je tussentijds overlijdt, dan ontvangen je erfgenamen de resterende uitkeringen. De looptijd van deze uitkeringen kan tussentijds niet worden aangepast.
2. UITKEREN VIA EEN VERZEKERINGEEN OUDEDAGSLIJFRENTE : EEN LEVEN LANG AANVULLING OP PENSIOEN EN/OF AOWJe pensioenleeftijd is in zicht en je wilt gaan genieten van je vrijkomende lijfrente. Je zoekt een oplossing die zorgt dat je de rest van je leven een aanvulling hebt op je pensioen en/of AOW. Kies dan voor de oudedagslijfrente. Je bent dan zeker van een aanvulling op je pensioen vanaf de uitkeringsdatum tot aan je overlijden. Je kunt deze verzekering afsluiten tot uiterlijk 5 jaar na je (verhoogde) AOW-leeftijd. De uitkeringen ziet de Belastingdienst als inkomen en worden daarom in box 1 van de inkomstenbelasting belast.Als je overlijdt stopt de uitkering. Als je een inkomen wilt regelen voor een nabestaande, dan kan je de oudedagslijfrente combineren met een nabestaande(n) lijfrente (zie hieronder).EEN TIJDELIJKE OUDEDAGSLIJFRENTENaast een levenslange verzekering kan je ook kiezen voor een tijdelijke uitkering. Je ontvangt dan tijdens een door jezelf bepaalde periode een gegarandeerde maandelijkse uitkering. Je kunt deze verzekering afsluiten vanaf het jaar waarin je de (verhoogde) AOW-leeftijd bereikt tot 5 jaar na de (verhoogde) AOW-leeftijd. De uitkeringen ziet de Belastingdienst als inkomen en worden daarom in box 1 van de inkomstenbelasting belast. De uitkeringsperiode is minimaal 5 jaar als de uitkeringen per jaar niet meer zijn dan een wettelijk bedrag (2023: € 24.168,-). Wanneer je overlijdt of als de einddatum bereikt is, stopt de uitkering. Als je een inkomen wilt regelen voor een nabestaande, dan kan je je lijfrente combineren met een nabestaande(n) lijfrente (zie hieronder).
EEN NABESTAANDE(N)LIJFRENTE ALS JE DE LIJFRENTE NIET ZELF WILT GEBRUIKEN
Je wilt je vrijkomende lijfrente niet of niet geheel voor jezelf gebruiken? Bijvoorbeeld omdat je er zeker van wilt zijn dat je nabestaande(n) financieel goed verzorgd achterblijven? Kies dan voor een nabestaande(n) lijfrente. Er zijn regels wie je als nabestaande kunt aanwijzen.EEN OVERBRUGGINGSLIJFRENTE ALS JE EERDER WILT STOPPEN MET WERKENGeeft de hoogte van het geldbedrag dat vrijkomt je de mogelijkheid om eerder te stoppen met werken? Met een overbruggingslijfrente overbrug je - letterlijk - de periode tussen de dag waarop je stopt met werken en de datum waarop je wettelijke pensioen ingaat. Het kapitaal moet dan wel voor 31 december 2005 zijn opgebouwd in de lijfrenteverzekering. De overbruggingslijfrente kan op elk gewenst moment ingaan en heeft een maximale uitkering van € 63.288 per jaar (dit bedrag wordt niet meer geïndexeerd). De periode dat je deze overbruggingslijfrente ontvangt, mag maximaal duren tot het jaar waarin je de 65-jarige leeftijd of de (verhoogde) AOW-leeftijd bereikt, danwel tot het jaar van pensionering.
3. UITSTELLEN VAN DE UITKERINGJe hebt je geld nog niet direct nodig? Dan kan je je lijfrente verlengen en verder door laten groeien. Dat kan via een rekening of een verzekering. Het voordeel hiervan is dat je vermogen onaangeroerd blijft en je er nog een extra periode rendement over behaalt. Je uiteindelijk opgebouwde kapitaal kan hierdoor veel hoger worden. Als je je uitkering uit wilt stellen, dan gelden hiervoor wel leeftijdsgrenzen. Ben je nog niet pensioengerechtigd? Dan kan het aantrekkelijk zijn om uit te stellen, omdat na je pensioen vaak lagere belastingtarieven gelden.
Het is goed mogelijk dat je meerdere lijfrenteverzekeringen hebt die op verschillende momenten vrijkomen. Als dat het geval is, kan je deze verzekeringen in de laatste fase van de opbouwperiode het beste bundelen in één overzichtelijk lijfrenteproduct. Je stort dan alle vrijkomende lijfrentes in één nieuwe lijfrente. Dat kan op verschillende tijdstippen.
Er zijn meerdere voordelen voor het bundelen van de verzekeringen. Zo krijg je een hogere uitkering, omdat je minder kosten betaalt. Daarnaast is het beheer van de kapitalen in één uitkerende verzekering of rekening veel overzichtelijker.
Het bundelen van de verzekeringen heeft wel fiscale consequenties. Het is bijvoorbeeld ongunstig om kapitaal uit het oud regime samen te voegen met het kapitaal uit het nieuw regime. Dit vereist nadere financiële planning.
Monshouwer Financiële Diensten adviseert bij het vrijkomen van de lijfrente en verzorgt de aanvraag van de nieuwe bancaire lijfrenterekening of lijfrenteverzekering. In een schema/tijdlijn ziet het traject er als volgt uit :
We spreken van tevoren af wat we gaan doen en voor welk bedrag. In de opdrachtbevestiging staat het plan van aanpak (specificatie van de werkzaamheden) en onze kostenopgave. We onderscheiden twee trajecten : het advies en de aanvraag. Wil je van het advies gebruik maken, dan kunnen wij vervolgens de aanvraag voor je verzorgen. Na het advies ben je echter ook vrij om de aanvraag zelf bij de aanbieder in te dienen. In dat geval factureren wij uitsluitend de werkzaamheden van het advies.
Wij vinden dat goed financieel advies voor iedereen bereikbaar moet zijn. Om die reden hebben wij bewust gekozen voor een lager tarief. Wij werken op basis van fixed-price (vaste prijs). De vaste prijs is gebaseerd op ons uurtarief en de benodigde tijdsbesteding. We hanteren een uurtarief ad € 135,00 excl. BTW (tarief 2024) voor de vergoeding van onze werkzaamheden bij uitkerende lijfrente. In overleg stellen we de benodigde tijdsbesteding vast.Indien je een uitkerende lijfrente afsluit is er gèèn BTW verschuldigd. We factureren in twee termijnen : de eerste factuur (advies) volgt na afronding van het klantprofiel, het advies en de berekening en/of de offerte(s). De tweede factuur (aanvraag) volgt na aanvraag en bemiddeling van de lijfrente-uitkering bij de aanbieder. Dienstverleningsdocument Vermogen opbouwen
De ervaring is dat lijfrente-advies complex en veelomvattend is. Het is meer dan de beste rentevergoeding uit de markt halen. Het vergt inzicht en expertise op het gebied van de verzekerings- en bancaire markt en de fiscaliteit.Lijfrente-advies en lijfrente-aanvraag maakt onderdeel uit van "Financiele planning" bij Monshouwer Financiele Diensten.
Banksparen (bancaire lijfrente)Sinds 1 januari 2008 heb je mogelijkheid om een lijfrente bij een bank af te sluiten. Dit wordt ook wel een bancaire lijfrente of banksparen genoemd. Een bancaire lijfrente is een geblokkeerde bankrekening die levensonafhankelijk is, er zit geen verzekeringselement in.Fiscaal regimeVanwege wijzigingen in de belastingwetgeving zijn de termen oud en nieuw regime ontstaan. Oud regime betekent dat de regels van vóór de wijziging nog gelden.Levenslange oudedagslijfrenteDit wordt ook wel een lijfrente-uitkering via een verzekering of een lijfrenteverzekering genoemd. Hiermee ontvang je een periodieke uitkering zolang je leeft. Met een levenslangse oudedagslijfrente kan je een tekort aan pensioen aanvullen. Bijvoorbeeld als je ondernemer bent en geen of weinig pensioen bij een werkgever hebt opgebouwd.LijfrentekapitaalHet bedrag dat vrijkomt wanneer de eerder door je afgesloten lijfrenteverzekering de einddatum bereikt.LijfrenteverzekeringEen lijfrente is een levensverzekering waarvoor je - eenmalig of periodiek - premie hebt betaald aan een verzekeringsmaatschappij. Met deze verzekering ben je verzekerd van een extra inkomen op een bepaald moment. Dat kan zijn als je met pensioen gaat, maar ook als je bijvoorbeeld eerder wilt stoppen met werken. Je hebt een lijfrenteverzekering afgesloten om een kapitaal op te bouwen en als de lijfrente bijna vrijkomt, kan je kiezen wat je met het vrijgekomen geld wilt doen.OverbruggingslijfrenteMet een overbruggingslijfrente overbrug je de periode tussen stoppen met werken en het jaar waarin je wettelijk pensioen ingaat of het jaar waarin je 65 wordt. De uitkeringen mogen per jaar niet meer zijn dan een wettelijk bedrag (€ 63.288,- per jaar, dit bedrag wordt niet meer geïndexeerd).Tijdelijke oudedagslijfrenteEen tijdelijke oudedagslijfrente wordt gesloten voor een vooraf afgesproken looptijd van tenminste 5 jaar. Deze verzekering wordt gesloten op het leven van de verzekeringnemer. De uitkeringen komen aan de verzekeringnemer toe en mogen niet eerder ingaan dan in het kalenderjaar waarin de 65-jarige leeftijd wordt bereikt. De uiterlijke ingangsdatum moet liggen in het kalenderjaar waarin de verzekeringnemer 70 jaar wordt. De uitkeringen mogen per jaar niet meer zijn dan een wettelijk bedrag (2020 : € 22.089,- per jaar).1% SterftekansHet 1%-sterftekanscriterium houdt in dat de kans op overlijden binnen de verzekeringsduur statistisch gezien minimaal 1% moet bedragen. De feitelijke duur per geval verschilt op basis van leeftijd en geslacht. Omdat de sterftekans bij ouder worden toeneemt, geldt dat de minimale uitkeringstermijn korter wordt naarmate je ouder wordt.